top of page
Bij institutionele belemmeringen gaat het om bijvoorbeeld gevestigde belangen. Hier draait het om structurele belemmeringen die in de loop der jaren zijn gegroeid in praktijken, marktstructuren en systemen en die als geheel de lineaire economie in stand houden.
1. Ongelijk speelveld
 

Bedrijven die willen starten of omschakelen naar een circulaire economie lopen tegen een ongelijk speelveld aan omdat die nu ingericht is voor lineaire systemen

 

  • lineaire bedrijven ondervinden voordelen tov circulaire ondernemingen,

  • op het gebied van bijvoorbeeld:

    • belastingen,

    • mededingingsbeleid en

    • andere fiscale kaders.

  • Dit ongelijke speelveld vormt een belemmering voor het ontstaan of opschalen van circulaire initiatieven.

Institutionele belemmeringen

2. Gevestigde belangen
 

Bedrijven die hun bedrijfsprocessen hebben ingericht volgens de principes van de lineaire economie en die daardoor belangen hebben bij het in stand blijven van die economie.

 

  • Avalverbrandingsinstallaties (AVI’s)

    • De grote investeringen in bestaande AVI’s en de grote economische waarde daarvan kunnen de transitie naar een circulaire toekomst beperken

  • Bedrijven die nu nog grotendeels afhankelijk zijn van schaars wordende of moeilijk te verkrijgen grondstoffen.

3. Gerichtheid bedrijven op traditionele ketens en korte termijn
 

Bedrijven hebben geen weet hebben van elkaars bestaan,  van elkaars belangen en bedrijfsstrategie.

 

  • brancheorganisaties zijn vaak nog op traditionele ketens gericht wat het zoeken naar circulaire alternatieven belemmert

 

  • er is een kortetermijnfocus bij aandeelhouders, als dit domineert, komen bedrijven soms niet tot een circulaire strategie met bijbehorende langetermijninvesteringen.

4. Bbp te beperkte indicator van vooruitgang
 

Bbp staat voor bruto binnenlands product, en gaat over de totale waarde van goederen en diensten geproduceerd over een bepaalde periode

 

  • Bbp laat niet de werkelijke vooruitgang of economische welvaart van een maatschappij zien. Het meet economische groei, maar houdt geen rekening met de houdbaarheid van die groei in ecologisch en sociaal opzicht.

 

  • Zaken als uitputting, vervuiling en sociale gevolgen worden niet in de berekening van het bbp meegenomen.

 

  • Groot deel van vooruitgang door innovatie (belangrijk in een circulaire economie) wordt  niet gezien als economische

 

  • Als economische vooruitgang op deze manier wordt gemeten, geeft het slechts inzicht in de korte termijn, vanuit een beperkt perspectief op welvaart. Het succes van een circulaire economie ondervindt hiervan hinder.

 

bottom of page